
|  | de patiënt dient nuchter e zijn ten minste sinds
vier uur voor het onderzoek | 
|  | Resultaten van stllingstesten moeten gekend zijn. | 
|  | Waakinfuus in de linker arm, om eventuele problemen
tijdens het onderzoek op te vangen, en om voldoende vochttoediening te
garanderen | 
|  | Goede controle van de punctieplaats om na bloeden te
voorkomen | 
|  | Geen bedrust nodig tenzij punctie in de lies, in dat
latste geval, moet er tenminste vier uur bedrust voorzien worden | 
|  | Infuus mag stoppen als het leeg is, of als de
patiëtnt naar huis gaat | 
|  | Nuchter minstens vier uur voor het onderzoek. (Dit is
geen vereiste meer, maar wordt toch nog gevraagd) | 
|  | Er mag geen contrast aanwezig zijn van vorige onderzoeken | 
|  | De patiënt wordt met het bed naar de dienst
radiologie gebracht | 
|  | Operatiehemdje aandoen | 
|  | Waakinfuus voorzien, lmiefst in de linker arm | 
|  | resultaten van de bloedstollingstests moeten gekend zijn | 
|  | Bloeddruk opvolgen gedurende twaalf uur | 
|  | Goede en regelmatige controle van de punctieplaats om
eventueel nabloeden voor te zijn | 
|  | 24h verplichte bedrust (kan verminderen naar 12 uur mits
punctie met een dunne naald en catheter) | 
|  | Vochtbalans bijhouden, hoge contrast volumes kunnen
leiden tot nierinsufficientie | 
|  | Zorg voor voldoende vochtinname, desnoods infuus behouden |