Home
Radiologie en fysica - CT-scan en fysica - MRI en fysica

Echografie en fysica

Wat is echografie?

Echografie is een onderzoekstechniek die werkt op het principe van geluidsgolven die weerkaatst worden onder de vorm van echo die dan wordt geregistreerd.

Er wordt gebruik gemaakt van ultrageluid, d.w.z. een geluidsfrequentie die ligt boven het menselijke gehoor. We spreken dan over frequenties van boven de 20 000 Hz. De frequenties gebruikt in de diagnostische echografie ligt tussen 1.000.000 en 20.000.000 Hz.

Infrageluid
< 20 Hz
Hoorbaar geluid
20 - 20 000Hz
Ultrageluid
> 20 000 Hz
Diagnostisch ultrageluid
1 000 000 - 20 000 000 Hz

Om een idee te hebben over de manier waarop het beeld gevormd wordt is ook de snelheid waarop de golven zich door de materie verplaatsen belangrijk.

Lucht
330 m/sec
Water
1540 m/sec
Vet
1450 m/sec
Weefsel
1540 m/sec
Bloed
1570 m/sec
Spier
1585 m/sec

Hoe worden die golven gemaakt?

Er wordt gebruik gemaakt van en transducer die elektrische energie omzet in mechanische energie en omgekeerd. De kern van de transducer bestaat uit een Piezzo-elektrisch kristal. Dit kristal heeft de eigenschap om bij een inkomende elektrische puls te beginnen trillen waardoor er een ultrageluidsgolf geproduceerd wordt. Omgekeerd wordt er bij een binnenkomende geluidsgolf de trilling omgezet in een elektrische puls.

Welke frequenties worden gebruikt?

De frequenties liggen tussen 1 en 20 MHz.
Hoe lager de frequenties hoe beter de penetratie van de geluidsgolf, maar hoe slechter de beeldresolutie.
Hoe hoger de frequentie echter hoe beter de resolutie maar met minder penetratie.

Lage frequenties worden dan ook gebruikt voor vb. abdomen

Hoge frequenties zullen gebruikt worden voor oppervlakkige structuren, vb. pezen

Soorten echografische beeldvorming

A-mode (amplitude)

De echo worden door het toestel terug opgevangen en weergegeven op het scherm als pieken. De afstand tussen 2 pieken is de afstand tussen 2 verschillende structuren, en de hoogte van de piek is gelijk aan de intensiteit van de weerkaatste golf.

B-mode (Brightness)


In plaats van pieken krijgt men nu een opeenvolging van punten die variëren in intensiteit. De afstand tussen de verschillende punten is nog steeds de afstand tussen de verschillende structuren, maar de intensiteit van de weerkaatste golf bepaalt de kleur van het puntje. Hoe intenser de echo hoe witter het voorkomt.
Op die manier bekomt men een 2-Dimensionaal beeld. Namelijk alle punten op een lijn en alle lijnen onder elkaar vormen een beeld.

M-Mode (Motion)


Deze techniek wordt gebruikt om beweging in de tijd uit te schrijven, cfr. Doppler.

Valid XHTML 1.0!